Leeuw en leeuwin, Kalahari

Posted on

Het moet een warme dag geweest zijn, daar in de Kalahari.  De leeuwen lagen languit in de schaduw die ‘camel thorn’ of ‘kameeldoring’, zoals die boom daar heet, overdag werpt.

(lees verder onder de foto).

Zuid-Afrika, Kalahari, Lion, Lioness, nature, wildlife

Kalahari

De Kalahari die je vanuit Zuid-Afrika in kan, bevindt zich in de tip tussen Namibië en Botswana.  Je bereikt ze na een trip van bijna 300km uit Uppington, het laatste stadje voor je echt helemaal van de kaart verdwijnt.

In de Kalahari, zeker in de zomer, kan het gemakkelijk tot hoog in de 30 en zelfs over de 40 graden warm worden.  ‘s Nachts koelt het dan lekker af tot zo’n 25 graden.

Zelfs de leeuwen, die er al sinds mensenheugnis rondlopen en aan het klimaat zouden gewend moeten zijn, krijgen het dan lastig en zoeken verkoeling op plaatsen waar die te vinden zijn.  Nu zijn leeuwen nachtdieren die overdag uberhaupt weinig actief zijn.  Maar toch, het was er warm.

Geluk en geduld

Dag gold ook voor ons.  Wij zaten zelf al uren in de wegen (thank god for airco) toen we de leeuwen zagen.  Het lijkt eenvoudiger dan het is, maar door hun camouflage zou je er zo over kijken – al sta je er pal voor.  Je ziet ze enkel wanneer ze bewegen.

Om die reden moet je geluk en geduld hebben.  Geluk dat je ergens leeuwen ziet en geduld omdat het lang kan duren voor je ze ziet.  Maar als je ze dan ‘spot’, zoals dat onder de natuurliefhebbers wordt gezegd, dan is het feest.

En zo kwam het dat we zelf uren onder de afrikaanse zon naar deze grote katten aan het kijken waren.

Fotografie

Uiteraard was ik daar niet alleen om van de natuurpracht te genieten, maar ook om te fotograferen.  In die tijd – het bewuste beeld is namelijk al meer dan 15 jaar oud – fotografeerde ik op film.  Naast het verplichte Fuji Velvia met een ISO van 50 die een contrastbreedte had van een halve stop links en rechts van juiste belichting (je moest dus absoluut juist belichten of je kon met je beeld niets doen – het was te donker of te licht), fotografeerde ik ook op zwartwit film.  Mijn voorkeur is jaren uitgegaan naar Ilford HP4 en Ilford FP5.  Ik kon ze toen gemakkelijk zelf ontwikkelen en kocht ze in bulk.  Dat betekent dat ik ze op een rol aankocht (ik kan met niet exact meer herinneren hoeveel meter dat was, maar ik dacht zo’n 30 meter), die ik dan in de donkere kamer zelf op rolletjes rolde.  Dat spaarde me (als student) zo’n 50% uit.

Om met beide films te kunnen werken, had ik 2 camera’s.  Daardoor was ik niet afhankelijk van de film in de camera op dat ogenblik.  Ik werkte met een Nikon F100 met battery grip (megagoede camera, ik heb er heel graag mee gewerkt) waar ik mijn diafilm in stak, en een Nikon F601.

Ik vergeet er gemakshalve nog bij te vertellen dat ik bovendien nog een middenformaatcamera meesleurde (Mamiya RZ 67) maar dat is voor een andere keer.

Objectieven (lenzen)

Voor wildlifefotografie heb je diverse objectieven nodig.  Je kan prachtige landschappen fotograferen met breedhoekobjectieven of macroobjectieven.

Kalahari Gemsbok Park, Zuid-Afrika: gemsbokken bij zonsopgang.

Maar 1 objectief dat je zeker nodig zal hebben is een teleobjectief.  Wilde dieren komen doorgaans niet poseren voor je lens.  Je zal ze vanap afstand moeten bekijken en fotograferen.  En dat gaat niet met een 50mm, want dan verdwijnt zelfs een olifant in het landschap (geloof me: been there, done that).

Een minimum is een 200mm wil je toch wat dichter bij de dieren kunnen komen.  Vergeet namelijk niet dat je in de parken niet zomaar van de weg mag afgaan (en je al zeker niet uit je wagen mag komen).  Je zit dus vast op een afstand van hetgeen je wil fotograferen. En dan is een 200mm het absolute minimum.

Teleconvertor

Wil je nog dichter komen zonder veel extra geld uit te geven en gewicht te dragen, dan is een teleconverter ideaal: een 2x teleconvertor verdubbelt de brandpuntsafstand van het gebruikte objectief.  Een 1.4x maakt het 1.4 keer groter.   Zo zal je met een 2x telconvertor op een 200mm objectief het beeldkader krijgen van een 400mm objectief.

Vergeet niet dat je daardoor ook 2 stops licht verliest.  Werk je bijvoorbeeld op F/5.6, dan zal je na het opschroeven van je teleconverter moeten werken op f/2.8 om dezelfde hoeveelheid licht toe te laten.  Bij 1.4x is dat 1 stop (in dit geval dus f/4).

Uitstraling

Het beeld van de leeuw en leeuwing is gemaakt met een objectief en teleconvertor.  Daardoor kon ik inzoomen een een eerder apart beeldkader creëren, waardoor het beeld een heel andere uistraling krijgt.  Maar misschien krijgt het daardoor wel de uistraling die past bij bij de koning onder de dieren.